(27)

Autoriteit uitoefenen over volken begint bij je eigen volk

Het doel van de Vader voor ons is dat ook wij bekrachtigd worden met autoriteit om bij te kunnen dragen in de uitbreiding en groei van zijn multi-etnische koninkrijk. We moeten echter wel leren hoe we die autoriteit moeten uitoefenen door te kijken naar het leven van Jezus. Toen hij vervuld was met de Geest van God, als een volwassen Zoon, leidde zijn Vader hem om weerstand te bieden aan zowel zijn moeder als de Joodse maatschappelijke autoriteiten, toen zij in de uitoefening van hun autoriteit vooruit liepen op, of in tegenspraak waren met, zijn Vaders wil. Deze macht om op te staan tegen onrecht en de verkeerde wegen van aardse heersers is niet alleen aan Jezus. Als wij bewezen hebben betrouwbaar en moedig te zijn in het respectvol uitoefenen van de autoriteit van de Vader, met Jezus, over allereerst ons eigen volk en onze eigen etnische groepering, dan kan ons ook toevertrouwd worden om zijn autoriteit uit te oefenen onder andere volkeren. Maar we moeten altijd in gedachten houden dat overheden en machten door God zijn aangesteld als voogden en beheerders over de burgers in hun maatschappij. Daarom moeten wij hen respecteren, maar niet vrezen. De autoriteit van zelfs het machtigste volk op aarde zal zich uiteindelijk moeten onderwerpen aan Christus. - Johanna Duran-Greve (Duitsland)

SCHRIFTGEDEELTE

JOHANNES (Openbaring 2:26-28 NB {VPB})

Wie overwint en wie mijn werken bewaart tot het einde toe, hem zal ik volmacht geven over de volken, en

·“Hij zal hen weiden met een ijzeren scepter, als lemen vaten zullen ze in elkaar geslagen worden” [Psalm 2:9]

{– gelijk ook ik van mijn Vader de macht ontvangen heb – ·en ik zal hem de morgenster [Gr. proinos] geven.}

DAVID (Psalm 2:7-9 NB)

Ik wil gewagen van het besluit van de Ene, hij heeft tot mij gezegd: ‘Jij bent mijn zĂłon, ikzelf heb jou heden vĂłortgebracht. ·Vraag het van mij, en ik geef volken jou ten erfdeel, jou in eigendom de randen van de aarde!- ·je zult ze stukslaan met een staf van ijzer, als spullen van een pottenbakker breken!’

MEDITATIE

In de bovenstaande tekst zegt Jezus dat de Messiaanse verklaring van David niet alleen over hem gaat. Ja, deze tekst werd voor hem vervuld bij zijn doop, toen hij de Heilige Geest ontving. Maar ook toen al was het uiteindelijke doel van de Vader dat ook wij gedoopt zouden worden met de Heilige Geest (Med.#26), opdat ook wij met autoriteit bekrachtigd zouden worden om deel te kunnen hebben aan de uitbreiding en groei van zijn multi-etnische koninkrijk. Maar we moeten deze autoriteit ontvangen ‘zoals’ Jezus die ontving en aan dezelfde voorwaarden voldoen als waar hij aan voldeed.

Toen Jezus begon autoriteit uit te oefenen, nadat hij de Heilige Geest ontvangen had op ongeveer dertigjarige leeftijd, was dat niet precies zoals de Joden dat verwachtten. Degenen die Psalm 2 kenden geloofden dat de Messias de autoriteit van hun eigen volk zou verdedigen, en dat hij de autoriteit van de Romeinse bezetter zou ‘stukslaan’. Ja, uiteindelijk betwistte Jezus inderdaad de Romeinse landvoogd over Judea de grenzen van zijn autoriteit (Joh. 19:7-11). Maar zijn weg naar de uitoefening van autoriteit over andere volken begon met eerst zijn opstaan tegen de autoriteiten van zijn eigen etnische groep (Med.#26).

Pas toen hij opstond uit de dood en ten hemel voer, verwierf hij een positie en naam ‘hoog boven alle overheid en macht’, niet alleen in deze eeuw maar ook in de toekomstige. Maar deze opwekkingskracht en autoriteit (macht) waren niet alleen voor hem. Volgens Paulus is het ook voor ons, de leden van zijn lichaam (Med.#44). De morgenster [Gr. astera ton proinos] in de bovenstaande tekst is een symbool van ons deel hebben aan Jezus' autoriteit, want in zowel het Oude als het Nieuwe Testament zijn sterren een beeld van regerende ‘machten’ (bijv. Gen. 1:16-18; Luc. 21:25-26). Gelovigen in Jezus die zowel de duivel als de maatschappelijke druk van hun eigen aardse voogden weerstaan, doen dat met de autoriteit die ze van de Vader ontvangen hebben door de Geest. En waar wij de ster van ‘vroeg in de ochtend [Gr. proinos]’ ontvangen, wordt Jezus zelf voorgesteld als de ‘heel vroege morgenster [Gr. asteer ho...orthrinos]’ (Op. 22:16). Daarom kunnen wij alleen met autoriteit schijnen als aankondigers van de Vaders Nieuwe Dag als we dat met Jezus doen, zijn voorbeeld volgend en de Vaders wil doende op zijn manier.

Hoe begonnen Jezus' discipelen als sterren te stralen? Voordat hij hen uitzond naar andere volken en etnische groepen (Med.#87) liet hij hen eerst observeren hoe hij omging met de ‘vreemdelingen’ die onder hen woonden,- zoals Samaritanen (Med.#3) en Romeinen (Matt. 8:5-13). Maar toen hij voor het eerst zijn autoriteit met hen deelde en hen uitstuurde om te prediken en te genezen, beval hij hen om alleen tot hun eigen volk te gaan,- en niet tot Samaritanen en mensen uit andere etnische groeperingen (Matt. 10:5). En toen de Heilige Geest kwam leidde hij hen eerst om meer ervaring op te doen in het opstaan tegen de leiders van hun eigen volk (Hand. 4:18-21), voor hij hen naar de Samaritanen en andere etnische groeperingen zond (Hand. 8 en 10). En zelfs toen had Petrus nog steeds een speciale openbaring nodig om vreemdelingen niet langer als onrein te zien en zijn eigen volk als Gods favoriet (Med.#46).

Dus wat betekent het om autoriteit uit te oefenen over volken of etnische groeperingen? Leiders van etnische groeperingen en heersers over volken hebben autoriteit van God ontvangen om de maatschappelijke orde te bewaren. Daarom betalen we belasting, behandelen we hen met respect en onderwerpen ons in de regel aan hen (Rom. 13:1-7). Maar geen enkele regeringsleider of overheid voldoet volkomen aan Gods standaard,- ook de onze niet. Dus moet het ons niet verbazen als de Geest ons leidt in situaties waarin we onze nieuwe gezinsautoriteit moeten uitoefenen, om onrechtvaardige wetten en eisen te weerstaan, inclusief de verwachting van onze eigen stam, etnische groep of natie dat wij hen op de eerste plaats zetten. Ongeacht hoe ongemakkelijk en intimiderend zo’n confrontatie van machten kan zijn, we moeten ons bewust zijn dat onze Vader bij ons is. En zijn doel is ons eerst te helpen groeien in het uitoefenen van autoriteit over ons eigen volk en etnische groepering, in de Geest van Jezus, zodat hij er op kan vertrouwen dat wij waarlijk hem vertegenwoordigen onder andere volken en etnische groepen.

Ik heb zelf zo'n intimiderende confrontatie ervaren toen ik 22 jaar oud was. De Vietnam Oorlog was erger dan ooit en er werd overal in mijn land vurig gedemonstreerd. De militaire dienstplicht bestond nog steeds en ik behoorde bij de top 9% van mijn leeftijdsgroep die dat jaar opgeroepen zou worden. Maar ik raakte er meer en meer van overtuigd dat ik niet de wil van mijn Vader zou doen als ik deel zou hebben aan deze oorlog, dus diende ik een aanvraag in voor een alternatieve dienstplicht. Uiteindelijk moest ik verschijnen voor een comité van mensen van mijn vaders generatie op een rekruteringsbureau in een van de meest patriottistische en politiek conservatieve staten van de V.S. De meeste mensen vertelden me dat mijn verzoek zeker afgewezen zou worden en veel mede-Christenen waren het oneens met mijn standpunt.[i] Maar de Geest gaf me de woorden toen ik in de autoriteit van Christus voor de mensen stond die mijn verzoek konden afwijzen. Wonderlijk genoeg willigde het rekruteringscomité mijn verzoek in, en ze vertelden mij dat ze nog nooit eerder positief geantwoord hadden in zo'n zaak. De volgende dag ontving ik een uitnodiging om bij de Mission Aviation Fellowship (MAF) mijn vervangende dienstplicht uit te voeren in Indonesië, waar ik gedurende bijna drie jaar steeds meer mocht groeien in de autoriteit die ik in Christus en door de Geest ontvangen heb,- als een volwassen zoon van mijn hemelse Vader.

Autoriteit uitoefenen over je eigen volk vereist een vorm van vastbesloten publieke actie, net zoals dat voor Jezus gold. Maar zo'n confrontatie met de leiders van de familie of maatschappelijke structuren die ons gevoed hebben, als door God aangestelde voogden, moet nooit lichtvaardig aangegaan worden. Dus wanneer de Heilige Geest ons leidt om de confrontatie aan te gaan met ‘overheden en machten’ – binnen onze eigen etnische groep of in een ander land – dan moeten we dat altijd doen met een onderworpen houding en respect (Tit. 3:1). Toch hoeven we niet bang te zijn voor deze autoriteiten als we de confrontatie met hen aan moeten gaan. Noch hoeven we onze actie kracht bij te zetten door onze stem te verheffen, noch met kwade of gewelddadige acties (Matt. 12:18-20). Zoals we in de voorgaande meditatie zagen was Jezus' actie in de Tempel weloverwogen. Hoewel krachtig was het geen plotselinge woede-uitbarsting (Med.#26).

Het citaat (uit Psalm 2) in de bovenstaande tekst, over ijzer dat pottenbakkerswerk stukslaat, heeft niet zozeer te maken met het verbrijzelen van dingen als wel met de vergelijking van ijzer versus aardewerk. De autoriteit gegeven aan Jezus, de Zoon – en aan ons als mede-erfgenamen met hem – is onverwoestbaar,- als ijzer. Als wij, de Vaders zonen en dochters, in deze autoriteit staan, is de Godgegeven autoriteit van nationale en etnische leiders in vergelijking breekbaar, zoals aardewerk, omdat het slechts tijdelijk is. Uiteindelijk zal zelfs de autoriteit van het sterkste land ooit moeten wijken voor Christus,- ‘de steen losgeraakt, niet door mensenhanden’. Zelfs nu, door ons, legt hij het fundament voor een gezins'koninkrijk dat in eeuwigheden niet zal vergaan’ (Dan. 2:36-45).

Heeft de Vader jou al eens in zo'n soort confrontatie met de autoriteiten van jouw etnische groepering of volk geleid? Welke keuzes heb jij gemaakt? Welke hulpmiddelen gaf de Heilige Geest jou om de Vaders wil te kunnen doen?

HET WOORD BIDDEN

Vader, u kent de tijden en momenten die u in uw autoriteit gesteld hebt voor alle landen. En u hebt ons de macht gegeven van de Heilige Geest: om uw getuigen te zijn tot het uiteinde der aarde, te beginnen bij ons eigen volk.   (Hand. 1:7-8)

Uw Geest is op ons om aan de volkeren een oordeel te verkondigen. Help ons om, als Jezus, niet te wankelen of ontmoedigd te zijn.   (Matt. 12:18; Jes. 42:4)

Als we voor raadsvergaderingen, kerkenraden, stadhouders en koningen geleid worden – om te getuigen aan hen, en aan de maatschappelijke groepen en volkeren die ze leiden – geef ons dan moed, Vader, door uw Geest die door ons spreekt, om overeenkomstig uw prioriteiten te handelen als ambassadeurs van uw koninkrijk. (Matt. 10:17-20; 6:33; 2 Kor. 5:20; Joh. 5:19)

VOETNOOT

[i]  Leden kunnen meer lezen over deze episode in mijn maatschappelijke en geestelijke reis in een Engels artikel dat ik schreef in 1975: ‘War and Peace versus the Lordship of Christ: A Tale of Two Molds’.  Â